Why Starbucks Spells Your Name Wrong…

Onlangs kwam ik via Facebook onderstaande video tegen waarin komiek Paul Gale uitlegt waarom de namen op de bekers bij Starbucks zo vaak fout gespeld worden. Starbucks probeert door namen op bekers te noteren een persoonlijke band te krijgen met hun klanten. Maar zoals Paul Gale stelt wordt dit heel vaak fout gedaan. Nu is het geen enkele New Yorkse barista gelukt om Arjan correct op een beker te schrijven, dus wat dat betreft krijgt Gale gelijk.

De video van Paul Gale is natuurlijk grappig bedoeld, maar heeft ook wel een serieuzere boodschap. Een aantal jaren geleden beleefden we een ware hersen-hype. Er verschenen talloze boeken over de werking van onze hersenen. Docenten moesten vooral rekening houden met het puberbrein, etc. Dat veel van deze kennis niet één op één te vertalen is naar een klassensituatie kregen we later pas door. In deze hype las ik het boek Brain Rules van John Medina. Medina beschrijft hierin twaalf regels die in meerdere onderzoeken bewezen worden. Eén van deze regels kwam ineens weer in me op toen ik de video over Starbucks zag: “We don’t pay attention to boring things.” Eigenlijk wel een open deur natuurlijk. Medina stelt bij deze regel dat emoties helpen om onze aandacht beter bij een onderwerp te houden. Wat dat betreft zou Paul Gale wel eens gelijk kunnen hebben en is de strategie van Starbucks geniaal.
In de klas kunnen we ook gebruik maken van deze regel door de emotie van leerlingen aan te spreken. Hierbij is het uiteraard niet de bedoeling om iedere les in een tranendal te laten eindigen of er een cabaretvoorstelling van te maken, maar het gevoel van leerlingen aanspreken kan betrokkenheid vergroten. Ik probeer dit in de klas vaak te doen door leerlingen zich in te laten leven in een bepaalde situatie. Kunnen ze zich voorstellen hoe het was om voor het eerst een trein voorbij te zien komen die wel 30 km per uur reed! De geweldige snelheid van 30 km per uur maakt niet veel indruk, maar was toen de eerste trein naar Nederland kwam een geweldige vooruitgang. Kunnen ze zich voorstellen hoe het was om als kind in een fabriek te werken of als bemanning op een VOC-schip niet te weten of ze de reis naar Indië en terug levend zouden volbrengen? Geschiedenis biedt veel aanknopingspunten voor inleving, maar dat is ook vaak lastig.
“Wat zou jij doen als…” is een vraag die veel gebruikt wordt bij het inleven in historische gebeurtenissen. Ik betwijfel echter of deze vraag wel geschikt is om meteen bij leerlingen te deponeren. Veel jongens zijn in hun fantasie grote oorlogshelden en zouden nooit achter Hitler aan gelopen hebben, of zouden natuurlijk Joden in hun huis verstopt hebben. Het is maar de vraag hoeveel vermeende helden, daadwerkelijk helden zouden zijn geweest. Effectiever is het om hierbij historisch bronnenmateriaal te betrekken. Dagboeken van mensen die deze situaties daadwerkelijk meegemaakt hebben maken het mogelijk om te lezen hoe zij zich voelden op dat moment. Aan de hand van deze dagboeken kan vervolgens het gesprek gevoerd worden, wat vinden leerlingen hiervan? Wat spreekt hen aan? Kunnen ze zich voorstellen waarom mensen op een bepaalde manier gehandeld hebben?
Wanneer we leerlingen confronteren met verhalen van ooggetuigen gaat de geschiedenis steeds meer leven voor ze. Op die manier spreken we hun emoties aan en wordt geschiedenis niet iets van het verre verleden, maar zien ze in dat het gaat om mensen en hun belevenissen, keuzes en gevoelens door de eeuwen heen. Waar je zoal niet aan kunt denken als je een kort filmpje over Starbucks ziet!